Leven in het teken van Russische revolutie


Maaike Borst in Dagblad van het Noorden, 6 november 2017

Aan zijn voeten staat de bestorming van het Winterpaleis. Het werk is net af. Mello Schwertmann schilderde de bolsjewieken, met rode vlaggen en geweren tegen de schouders, oprukkend naar het paleis in Sint-Petersburg tijdens de Oktoberrevolutie van 1917.

Het is morgen precies honderd jaar geleden. In 2017 staat de 79-jarige Schwertmann in zijn garage in Finsterwolde. Omringd door Sovjettaferelen op doek: de lege troon van de tsaar, korenoogstende vrouwen, bouwende arbeiders, portretten van Lenin. Allemaal eigenhandig gemaakt.

Hoeveel van dit soort werken hij maakte, is de voormalige huisschilder vergeten. Veel. De meeste gaf hij weg. „Ik heb er nooit iets voor willen hebben.”

Natuurlijk niet. Hij is communist. Met de strijd van de arbeiders tegen het kapitaal is hij grootgebracht. Hij is de neef van verzetsstrijder Hendrik Schwertmann en CPN-voorman Albert Schwertmann. „Mijn opa was een Duitse sociaaldemocraat. Toen de familie hiernaartoe kwam, vonden mijn ooms dat het wel wat feller mocht.”

Zijn schuur staat vol met oud stoffig landarbeidersgereedschap. Hamers en sikkels – en allerlei andere werktuigen. Schwertmann bukt en doet een archiefkast open, gevuld met communistische literatuur. „Dit lees ik.” De Oktoberrevolutie toen en nu, Grondwet van de Sovjetunie, Communistische opvoeding.

Alles wat hij leest, verzamelt en schrijft heeft te maken met die Russische revolutie van honderd jaar geleden. „Die dagen hebben de wereld veranderd. De een vindt het geweldig, de ander minder. Voor de arbeidersklasse is veel verbeterd.” Hij tilt zijn voet een stukje op. „Vroeger hadden we niet eens schoenen.”

Stakingen in de strokarton, protesten tegen hoge gasprijzen. Het was een mooie tijd, toen het communisme nog echt leefde in Oost-Groningen. Fré Meis die sprak in een walm van rook. „Die man kon práten.”

De Sovjet-Unie bestaat niet meer, de CPN bestaat niet meer. „Verschrikkelijk.” Zelf is Schwertmann nog even rood als vroeger. „Dat gaat er nooit uit.” Zo zul je hem nooit van zijn leven in een kerk zien, ook niet als er gewoon muziek is. „De kerk was altijd van het kapitaal. De boeren zaten voorin, de arbeiders achterin.”

Actie zit in het DNA van Finsterwolde. Het houdt met sloop bedreigde woningen overeind, het maakt de boer die pal achter de arbeidershuizen van het dorp een zonnepark wil aanleggen het leven zuur. Schwertmann steunt dat verzet, maar strijdt zelf niet meer. „Als ik me druk maak, krijg ik kopzeer.”

Hij trekt zich liever terug in zijn garage om de bestorming van het Winterpaleis na te schilderen. Zijn voorbeeld: een prent in een uit elkaar vallende Vara-gids uit 1970. Bijna vijftig jaar bewaard.